Op de voormalige dorpsgrens tussen Itteren en Borgharen staat aan de Pasestraat ter hoogte van De Negen Boompjes een stenen kruis. Het kruis is in 1987 geplaatst door de Stichting Kruisen en Kapellen. Vanaf dit kruis loopt een veldweg, de Kruisweg genaamd, richting Het Brook. Ofschoon het kruis er pas enkele tientallen jaren staat, zou er dus een verband kunnen bestaan tussen het kruis en de naam Kruisweg.
In het Regionaal Historisch Centrum Limburg in Maastricht bevindt zich onder de naam Landen van Overmaas nr. 6862 een document uit, let wel, 1484 dat een nadere uitleg geeft.
De titel van dat document is:
“Dit is den bivanck der Herlichkeit des dorps Itteren, anno 1484”
(In hedendaags Nederlands: Dit is het gebied van de Heerlijkheid van het dorp Itteren, anno 1484.)
Het stuk begint als volgt:
Aen dat gericht teûssen Harren ende Itteren, daer licht er een stien op der Masen aent landt toubehorende Peter van der Vogen, van Maastricht ,indt gericht endt opt creûss van den creûsse recht over….enz.
Aan die gerechtsplaats tussen Borgharen en Itteren ligt aan de Maas aan het land dat toebehoort aan Peter Vogen, van Maastricht, op de gerechtsplaats op het kruis en van het kruis recht over…. enz.
Vervolgens wordt er een uitgebreide beschrijving gegeven hoe men in de Heerlijkheid Itteren van de ene plaats naar de andere kan komen. Dit gebeurt aan de hand van de namen van de boerderijen en streek(veld)namen. In deze beschrijving worden geen straatnamen genoemd zoals wij die nu kennen.
Een voorbeeld.
Van de brockbrugge oudt neve Peter in gen Hoek altot den Steûffkens wech, ûdt den Steûffkens wech in Sterckenberchs weide oudt tot in den Bosche.
Dit is ongeveer het volgende: Vanaf de Brookbrug naast Peter in gen Hoek tot aan de Stuifkensweg, over de Stuifkensweg naar de weide van Sterckenberch tot Op de Bos. En vervolgens wordt er ook iets gezegd over de breedte van die weg:
Ende disen wech sal so weit sein, dat ein man op ein pert sitten mach ende in elcker handt ein pert leiden mach.
Dit komt er op neer dat de weg zo breed is dat een man te paard daar kan rijden en daarbij aan elke hand ook nog een paard kan leiden.
Een andere weg vanaf Het Brook is zo breed dat
– een vrouw tussen twee vrouwen ter kerke kan gaan of
– vier personen met een draagbaar kunnen passeren of
– een man te paard met zes vaten koren kan passeren.
Opvallend in het hele verhaal is dat veel veldnamen van toen, en dat is toch ongeveer vijfhonderd jaar geleden, ook nu nog gangbaar zijn en die ook nog op kaarten van omstreeks 1900 zijn terug te vinden zoals:
De Brock – Het Brook
Steûffkenswech – Stuifkensweg
Op gen Meer – Op de Meer
Het Roet – Het Rooth
Langen Hoff – Langen Hoof
Kleine Veltien – In het klein veldje
Meerbrugge – Meebruggenveld
Schepengaet – Schippegat
Aan het eind van zijn verhaal komt de onbekende schrijver met de feitelijke bedoeling van het document. Hij zegt hierover:
Over het hele gebied zal bij dat kruis op de grens tussen Itteren en Borgharen recht worden gesproken en vonnis worden gewezen op “de grote rechtdag” en die te houden zoals dit van oudsher gebruikelijk is.
De conclusie van het verhaal is dat deze plaats in een ver verleden voor de inwoners van Itteren als “rechtbank” heeft gefungeerd. Ter herinnering hieraan is door de toenmalige Stichting Kruisen en Kapellen van Itteren hier een nieuw kruis geplaatst en dat nu dankzij Giel Lardinois met zorg onderhouden wordt.
Pierre Bastings